In ons vorige blog ‘Stress in de taalles’ lieten we zien dat spanning een emotie is die een negatieve invloed heeft op het leerproces. Zijn er dan ook emoties die juist een positieve invloed hebben? En hoe kun je daar als docent op inspelen?
Angst voor toetsen
Eén van de grootste stressfactoren in de klas is de angst om slecht beoordeeld te worden. Toetsen geven veel spanning. Een toets kan om die reden zelfs een verkeerd beeld geven van de vorderingen van een leerling. Hoe kun je dit voorkomen? Je moet toch toetsen om te zien of de lesstof wordt begrepen? Dat klopt.
Gelukkig kun je de dreiging die bij toetsmomenten wordt ervaren sterk verminderen. Dit bereik je bijvoorbeeld door veelzijdiger te toetsen. Breng variatie aan in de manier van toetsen. Hierdoor krijgt iedere leerling de kans om zijn of haar kwaliteiten te laten zien. Bijkomend voordeel is dat je een veel duidelijker beeld krijgt van wat ze begrijpen en kennen.
Naast toetsen zijn er nog andere beoordelingsmomenten, zoals vragen die je stelt tijdens de les. Het geven van een fout antwoord geeft extra stress. De leerling denkt: Ik ben dom!
Gebruik daarom NOOIT ‘verrassingsvragen’ om leerlingen af te straffen, maar stel je cirkelvragen en begripsvragen over het verhaal alleen aan de hele klas of aan leerlingen van wie je weet dat ze antwoord kunnen geven. Snelle leerlingen krijgen vragen in een langere zin of waarop het antwoord een langere zin is, langzamere leerlingen krijgen korte vragen waarop ze korte antwoorden kunnen geven. Je creëert een ontspannen sfeer in de klas waarbij zelfs onzekere leerlingen met zelfvertrouwen durven meedoen.
Geef leerlingen, als je een vraag stelt, ook voldoende tijd om te antwoorden. Wanneer ze druk voelen, zijn ze bang een antwoord te moeten geven zonder na te mogen denken. Wees ontspannen en neem de tijd. Wanneer je dit zelf ook doet als de leerling jou een vraag stelt, laat je zien dat er wederzijds respect is.
De juiste feedback geven
Ook de manier waarop je feedback geeft kan veel invloed hebben, zeker in het talenonderwijs. Je kunt hierbij een onderscheid maken tussen expliciete en impliciete feedback. Wat je zeker NIET moet doen, is expliciete taalfeedback geven. Bij expliciete feedback corrigeer je letterlijk: “Nee, het is niet EL chica, het is LA chica.” Wanneer je regelmatig op deze wijze corrigeert, raakt een leerling geïrriteerd. Je legt de nadruk op de fout. Bovendien is in wetenschappelijk onderzoek vele malen aangetoond dat expliciete feedback geen effect heeft op het taalgebruik van de leerling.
Impliciete feedback zit in de herhaling van wat de leerling zei met gebruik van het juiste lidwoord. Belangrijk is dat je in deze herhaling niet heel nadrukkelijk het lidwoord zegt, want dan voelt het voor de leerling nog altijd als expliciete feedback. Wat je doet, is eigenlijk alleen reageren op de inhoud van wat je leerling zegt en daarbij dan ook ‘toevallig’ nog eens ‘la chica’ daarin gebruikt. Het is een nuanceverschil dat veel doet met de zelfverzekerdheid van de leerling. Ook door reacties te geven als “mmm” of “inderdaad” en “heel goed!” geef je impliciete feedback en moedig je de leerling aan tot verder spreken. Je reageert namelijk meer op de inhoud van wat hij zegt, dan op de vorm. Door het regelmatig gebruiken van impliciete feedback en een focus op inhoud in plaats van vorm, groeit het zelfvertrouwen van alle leerlingen en durven ze zich meer te uiten in de vreemde taal.
Positieve activiteiten in de les
Bovenstaande voorbeelden zijn vooral gebaseerd op spanningen die ontstaan door situaties in de klas. Maar, zoals we in het blog ‘Stress in de taalles’ al vertelden, kunnen leerlingen door veel meer factoren stress ervaren. Ze komen de klas in met een scala aan emoties en gevoelens die buiten het klaslokaal zijn ontstaan. Voor jou als docent is het van belang deze emoties te signaleren. Natuurlijk kun je als docent die emoties en de oorzaken ervan niet wegnemen, maar volgens taaldeskundige Jensen is het wel mogelijk om emoties in goede banen te leiden.
Dit doe je door de les te beginnen met positieve activiteiten. Deze activiteiten leiden de aandacht af van bestaande gevoelens of sturen deze in een andere, positieve richting.
Enkele voorbeelden zijn:
Beweging
Humor
Positieve gezamenlijke rituelen
Vieringen
Kringgesprekken
Deze activiteiten kunnen een positieve start vormen van de les. Ook in de rest van de les helpen bepaalde activiteiten bij het oproepen van positieve gevoelens en emoties. Muziek, beweging, drama en verhalen kunnen positieve emoties oproepen. Vooral beweging blijkt een belangrijke stimulans te zijn en daarom adviseert Jensen de leerlingen meer te laten staan dan zitten, meer te laten lopen dan staan en meer bewegingsactiviteiten te laten doen dan simpelweg lopen.
De invloed van positieve emoties
We kunnen concluderen dat het ombuigen van negatieve emoties naar positieve ervoor zorgt dat opname van lesstof niet meer wordt afgeremd. Maar hebben deze positieve emoties zelf ook nog invloed op het leervermogen? Deskundigen beweren dat de juiste emoties ons helpen om te focussen, betekenis te geven aan inkomende informatie en zelfs betere geheugenpaden aan te leggen. Bij positieve emoties komt endorfine vrij in de hersenen waardoor een euforisch gevoel ontstaat. Daarnaast stimuleren deze hormonen de frontaalkwab, die verantwoordelijk is voor het bewuste denken. Het leren wordt prettiger en gemakkelijker.
Emoties hebben een sterke invloed op het leervermogen. Dit gegeven kun je ook gebruiken in de lesstof zelf. Wanneer de lesstof met emoties is verbonden, letten leerlingen beter op, zeker als zij er zelf emotioneel bij betrokken worden. Behandel je het thema ‘De tweede wereldoorlog’ dan kun je dat doen door informatie hierover met de klas te bestuderen. Maar wanneer je de leerlingen er presentaties over laat maken, met rollenspellen, liedjes, tekeningen of een PowerPoint, dan zullen ze er later veel meer van hebben onthouden. Ze zijn actief betrokken, voelen emoties sterker en dit stimuleert de hersenen. Ook excursies, het bijhouden van een dagboek, discussies voeren en posters maken zijn voorbeelden van strategieën die je kunt gebruiken om de leerlingen meer emotioneel te betrekken bij de lesstof.
Zelfs het opwekken van emoties direct na afloop van de behandelde lesstof, zou het gemak waarmee de lesstof later wordt opgeroepen vergroten. Laat iedereen aan het einde van de les gaan staan en beeld gezamenlijk een paar lastige woorden uit. Het roept gegiechel en misschien gêne op, maar juist die emoties zorgen ervoor dat ze de woorden niet snel vergeten!
De invloed van de groep
Behalve de thuisomstandigheden, de houding van de leerkracht en de lesstof is er nog een andere factor die sterke invloed heeft op het emotionele welbevinden van een leerling: de klas zelf. Als mens hechten we veel waarde aan sociale omstandigheden. Technisch gezien zijn er veel hersenstructuren verbonden met sociale verhoudingen en netwerken en is ook de hoeveelheid cortisol, het stresshormoon, afhankelijk van de sociale status. Het is niet verwonderlijk dat de sociale interactie tussen leerlingen veel invloed heeft op de leerprestaties. Een goed sociaal klimaat in de klas kan deze leerprestaties positief beïnvloeden. Als docent heb je dat niet volledig in de hand, maar je kunt er wel op aansturen.
Om te voorkomen dat er leerlingen worden buitengesloten koppel je elke leerling aan een medeleerling of een oudere leerling. Zorg er daarnaast voor dat er altijd tenminste één volwassene is die de leerling kent en bekend is met de thuissituatie en andere relevante gegevens. Ook de manier waarop je groepjes of tweetallen vormt bij de diverse lesactiviteiten voorkomt dat kinderen buiten de boot vallen. Bijvoorbeeld: Loop tien stappen en vorm een tweetal met degene die het dichtst bij je staat; zoek iemand met dezelfde kleur tas; zoek degene met hetzelfde plaatje (op een kaartje dat door jou is uitgedeeld) als jij; enzovoort. De tijd die je hiermee kwijt bent is goed besteed, want het verbetert de sfeer in de klas, waardoor de leerlingen ook beter gaan presteren.
Het werken met 'moeilijke' leerlingen
Al de bovenstaande voorbeelden zijn lastiger te gebruiken bij ‘moeilijke’ leerlingen. Laat je daardoor niet uit het veld slaan en blijf geduldig en positief. Probeer te zoeken naar een goede eigenschap van zo’n leerling of naar iets waarin hij wel is geïnteresseerd. Richt je daar op. Door iets positiefs van een minder aangename leerling te benadrukken, zal je houding ten opzichte van zo’n leerling ook positiever worden. Ook door iets over de achtergrond van de leerling uit te zoeken, begrijp je hem beter en dat is een eerste stap in de richting van een betere verstandhouding.
Word vooral nooit boos en laat je onzekerheid niet blijken, want daarmee bereik je alleen maar het tegenovergestelde: nog minder interesse, onnodige spanningen en een negatieve sfeer in de klas.
Soms kost het gewoon wat meer tijd en moeite om een prettige en rustige sfeer in de klas te creëren, je zult daar dan echt in moeten investeren.
Met de gegeven tools zijn er in elk geval mogelijkheden genoeg om aan de slag te gaan met positieve emoties.
Lach!
Dat is een goed begin.
Comments