Langzaam gaan in de praktijk
Binnen TPRS en lesgeven met begrijpelijke input heeft ‘langzaam gaan’ een zinvolle betekenis. Langzaam gaan zorgt voor betere opname, en hoe vreemd het ook klinkt, zelfs voor snellere opname van de lesstof. In het vorige blog Pas je tempo aan, bespraken we dat – juist in de taalles – het vertragen van je spreektempo ervoor zorgt dat je leerlingen eerder en beter begrijpen waar je het over hebt. Maar het vertragen van je spreektempo is slechts één aspect van langzaam gaan. Hieronder gaan we nog wat dieper in op het totaalplaatje waar het succes van vertraging op gebaseerd is.
Denk vanuit de leerling
Zo langzaam lesgeven dat je leerlingen er beter van worden. Voor taaldocenten is dit de moeilijkste van alle technieken. Dit wordt door TPRS-trainers ook zeker erkend. Langzaam gaan vereist strikte discipline. Het geeft je het gevoel dat je dertig kilometer per uur rijdt in een vijftig kilometer zone. Maar hoe goed je de andere begrijpelijke-inputtechnieken ook toepast, ze hebben geen zin zolang je het langzaam gaan niet uitvoert. We onderstrepen nog maar eens dat het gaat om het totaalplaatje. Als je vergeet om langzaam te gaan, dan worden al je andere inspanningen teniet gedaan en schiet je het doel voorbij. Zonde!
Wanneer je iets in drie seconden zegt, terwijl je leerlingen eigenlijk tien seconden nodig hebben om het te begrijpen, dan ben je geneigd in gedachten te klagen dat ze zo langzaam van begrip zijn, maar dat is een grote denkfout. Leerlingen kunnen niet anders dan altijd precies ‘zijn waar ze zijn’ en als ze zeven seconden op je achterliggen, dan is het jouw taak om je spreeksnelheid aan te passen aan de leerlingen en niet het omgekeerde te verwachten.
Langzaam gaat sneller
Het kost simpelweg tijd om een taal te leren. Leerlingen moeten een woord steeds opnieuw horen, in verschillende situaties, op verschillende snelheden en in diverse combinaties.
Een handig ezelsbruggetje om dit in gedachten te houden is: SLOW
Speak slowly: spreek langzaam en controleer dan of ze het begrijpen. Spreek vervolgens nog ietsje langzamer.
Let them catch up: geef hen de tijd om je bij te houden. Pauzeer regelmatig om verwerkingstijd in te bouwen.
Offer help: bied hulp aan. Loop naar het bord en wijs het nieuwe woord aan.
Walk back: loop terug naar waar je eerst stond en spreek weer heel langzaam verder.
Langzaam gaan door minder nieuwe woorden
Langzaam gaan heeft ook betrekking op het aantal nieuwe woorden dat je aanbiedt. Overweldig je leerlingen niet met teveel woorden per keer. Beter een paar nieuwe woorden goed aanleren dan veel woorden behandelen die ze vervolgens weer vergeten. Denk aan het gezegde: ‘Haast je langzaam.’ Hoe langzamer je lesgeeft, hoe sneller zij leren. Houd jezelf ook niet voor de gek door alleen te kijken naar je snelle leerlingen wanneer je langzaam spreekt. Juist door het tempo aan te passen aan de leerlingen die wat meer tijd nodig hebben, weet je dat je het goede tempo te pakken hebt.
Hedstroms stappenplan
De Amerikaanse docententrainer Bryce Hedstrom heeft een stappenplan bedacht dat je kan helpen om langzaam genoeg te gaan:
Spreek duidelijk. Spreek ieder nieuw woord of nieuwe constructie duidelijk en zorgvuldig uit naar alle hoeken van het lokaal.
Pauzeer. Neem na ieder zinsdeel twee seconden pauze. Naarmate je meer hebt herhaald kunnen je pauzes korter worden.
Herhaal. Als je een blanco uitdrukking op de gezichten ziet nadat je een vraag hebt gesteld, herhaal de vraag dan met extra pauzes.
Check het begrip. Controleer voortdurend of de leerlingen je begrijpen. Een manier is door te kijken naar de reactiesnelheid van de klas. Je wilt een snelle, vloeiende reactie. Als hun antwoord vertraagd komt, begrijpen ze waarschijnlijk nog niet alle woorden in de vraag. Dus moet je langzamer gaan. Stel dezelfde vraag nog een keer, maar dan langzamer. Stel de vraag in een eenvoudiger vorm of breek de vraag op in delen. Ga NIET ineens een andere vraag stellen en ga ook niet door naar het volgende onderdeel van je lesplan. Blijf net zolang vertragen tot je de gewenste reactie krijgt.
Let op de ogen! Geef geen les aan de muur achterin je lokaal, over de hoofden van je leerlingen heen. Kijk je leerlingen in de ogen. Je wilt dat ze je begrijpen en dat kun je zien aan de blik in hun ogen. Wanneer ze het snappen, is er altijd een kleine glimlach van begrip. Je kent die blik wel, het is fijn om te zien.
In bovenstaand stappenplan kun je goed zien dat langzaam spreken slechts een onderdeel is van het langzaam gaan. Pauzeren, duidelijk spreken, herhalen en checken of leerlingen het begrepen hebben, maken het vertragen van je spreektempo doeltreffend.
Pauzeren en aanwijzen
Ook Ben Slavic heeft een techniek uitgewerkt die je kan helpen om langzaam te gaan. Hij noemt dit ‘pauzeren en aanwijzen’ en het gaat als volgt:
“Schrijf elk nieuw woord op met de Nederlandse vertaling erbij en wijs beide aan. Pauzeer dan even om de nieuwe informatie te laten bezinken. Zelfs als je de fase van betekenis geven voorbij bent en al bezig bent met het verhaal, blijf je continu op de betekenis hameren door aan te wijzen, te stoppen en even te wachten. Zowel bij vraagwoorden als bij doelstructuren en bij alle nieuwe vocabulaire door de hele les heen, zorgt het wijzen en pauzeren ervoor dat je leerlingen betrokken zijn en blijven. Ze hebben dat echt nodig om het spoor niet bijster te raken. Als je het gevoel hebt dat TPRS voor jou niet werkt, dan komt dat meestal doordat je deze techniek niet toepast.
Wanneer je pauzeert, wacht dan vier à vijf tellen, of totdat je een soort onzichtbare ‘Kabam!’ voelt wanneer de woorden in de hoofden van je leerlingen vallen. Blijf steeds voor ogen houden dat de taal voor hen allemaal nieuwe informatie is. Dus wacht geduldig op dat ‘Kabam!’ moment, zelfs al duurt het tien seconden. Als je het gevoel hebt dat de woorden niet bij de leerlingen binnenkomen, ga dan niet verder. Blijf daarentegen bij die woorden hangen totdat je voelt dat ze het ‘hebben’. Doe dit bij alles wat nieuw of ongebruikelijk is; het maakt niet uit op welk moment van de les.
Het inlassen van stop-en-pauzeertijd is extreem superieur aan non-stop spreken. De leerlingen hebben tijd nodig om nieuwe informatie op te nemen en te verwerken. Het stoppen, pauzeren en het langzaam spreken, zorgen ervoor dat jouw aanwijzen het gewenste effect heeft. De keuze is aan jou. Je kunt aanwijzen, stoppen en pauzeren met de intentie dat de leerlingen het oppikken of je kunt aanwijzen zonder te pauzeren en aannemen dat ze het opgepikt hebben. Als je dat laatste doet, dan hebben ze het waarschijnlijk niet opgepikt.”
Wees interactief
Wat ook helpt om het juiste tempo aan te houden, is echt goed te luisteren naar de antwoorden van je leerlingen. Door even je eigen planning los te laten en ontspannen te luisteren naar de ideeën die leerlingen aandragen, geef je ook jezelf even rust en komt er meer lucht in de les. Hierdoor ontspant iedereen en wordt er vanzelf meer gelachen in de les. Er zijn docenten die de perfecte snelheid – of liever gezegd traagheid – te pakken hebben, omdat ze veel geduld hebben en zo langzaam gaan dat de leerlingen aan hun lippen lijken te hangen. Het kan linksom of rechtsom. Wanneer je als docent echt de tijd neemt om met je leerlingen te lachen, vertraagt het tempo vanzelf en heb je een geweldig middel voor personalisatie te pakken. Lachen brengt ook saamhorigheid in de groep en op het juiste moment lachen om grappige dingen kan een geavanceerde techniek zijn, die vaker spontaan voorkomt wanneer je als docent langzaam gaat.
Desondanks blijft staan dat langzaam gaan veel inspanning en geduld vereist. Maar wanneer je het resultaat voor ogen houdt, is de weg het doel en door empathie te ontwikkelen voor wat de leerlingen ervaren, en deze empathie in de praktijk te brengen, kun je met je leerlingen resultaten behalen die je nu misschien niet voor mogelijk houdt.
We horen graag jouw ervaringen met het langzaam gaan!
Comments