top of page

Stress in de taalles

Waardoor leerlingen stress ervaren en wat jij kunt doen


Emoties. Ze zijn altijd en overal van invloed. In de klas kunnen emoties positief of negatief bijdragen aan het leerproces. Als een leerling gespannen is, zorgt dat voor negatieve emoties. Steven Krashen stelt dat deze emoties de opname van taalinput beïnvloeden. Hoe dan? En is dat anders dan bij andere leerstof?


Blokkade door spanning


Een leerling die bang of gespannen is, voelt zich vaak onzeker en dat remt de opname van taalinput af. Technisch gezegd zorgen die negatieve emoties er namelijk voor dat de input niet aankomt in het deel van de hersenen dat de taal opslaat. Tijdens de taalles begrijpt de leerling de lesstof misschien wel, maar verder dan dat komt het niet. Door de angst of spanning vormt zich een blokkade die de input tegenhoudt voordat die de hippocampus bereikt. Krashen noemt dit het affectieve filter. Het is een term die, voor zover wij weten, buiten TPRS-kringen zelden wordt gebruikt, maar het fenomeen wordt door breinonderzoeken bevestigd.


Thuissituatie


Kinderen die opgroeien in onveilige situaties, scoren slechter dan andere kinderen, zo blijkt uit onderzoek naar de relatie tussen thuissituatie en leerprestaties. Deze kinderen zijn over het algemeen ook vaker afwezig en hebben een kortere aandachtsspanne. Volgens deskundigen kan langdurige onveiligheid leiden tot steeds slechtere prestaties en zelfs tot schade aan hersenstructuren en een afname van de aanmaak van nieuwe hersencellen. Angst, stress en ongemak verminderen in grote mate de mogelijkheid tot het verwerven van leerstof.


Vechten, vluchten of verstarren


Wanneer een leerling zich bedreigd voelt, geven zijn hersenen een hormoon af, het zogenoemde stresshormoon cortisol, dat zijn vecht- of vluchtmechanisme in werking stelt. Het brein van de leerling richt zich op dat moment alleen nog maar op die dreiging en de angst die erdoor wordt veroorzaakt; het stoot alle andere informatie af.

De leerling zal automatisch proberen te kiezen tussen vluchten, vechten of verstarren.

In de klas vertalen deze lichamelijke reacties zich naar het geven van een grote mond (vechten) of het zich afsluiten (verstarren). Vluchten is meestal niet mogelijk in een klassituatie, maar een leerling die regelmatig een toiletbezoek vraagt en dan wat langer wegblijft kan ook een teken afgeven van vluchtgedrag door angst. In elk geval is de aandacht van de leerling bijna volledig gericht op de dreiging en zal informatie die niet relevant is voor het ontsnappen aan die dreiging minder goed worden opgeslagen. De hippocampus wordt eigenlijk op een zijspoor gezet.


Stress in de klas


De concrete en vrij ernstige vormen van dreiging zoals door onzekere thuissituaties, zijn natuurlijk niet de enige redenen waarom een leerling stress ondervindt. Vaker is – gelukkig - de oorzaak van spanning te vinden in veel eenvoudigere situaties.


Hoe interpreteer je de termen ‘dreiging’ en ‘gevaar’ in het klaslokaal? Waarom voelt een leerling zich onzeker of angstig?


Hieronder zie je een paar voorbeelden die laten zien dat er heel simpele verklaringen kunnen zijn voor stress bij een leerling.

De leerling:

  • is zijn boeken vergeten en durft dat niet te zeggen

  • begrijpt de lesstof niet goed, maar wil niet dom overkomen bij zijn klasgenoten

  • ziet niet goed en kan daardoor de uitleg of instructies op het bord niet goed volgen

Deze situaties kunnen angst veroorzaken, want o wee als de docent juist jou een beurt geeft en je weet het antwoord niet of je maakt een fout!

Daarnaast kun je als docent ook heel ‘bedreigend’ overkomen. Wie? Ik? Ja , jij.

Stel, je blijft naast een leerling staan. Denk even terug aan je eigen schooltijd, je herinnert je waarschijnlijk nog wel hoe dat voelde. (“O jee, nu wordt er zo dadelijk iets aan mij gevraagd!”) Stress, stress…

En wat denk je van het uitnodigen van een leerling om naar voren te komen? Sommigen vinden het geweldig, maar anderen slaan meteen dicht zodra ze voor de hele klas staan.

Voor jou als docent is het de kunst om in te zien wanneer een leerling door angst wordt beheerst en om die reden niet actief deelneemt aan de taalles.


Angst bij taalleerders


En dan speelt er specifiek voor taalleerders nog een andere vorm van angst. Dit noemen we de zogenaamde ‘vreemde-taalangst’. Zelfs mensen die de bovenstaande angsten totaal niet herkennen, geen moeite hebben met spreken in het openbaar en bij examens of tests moeiteloos slagen, kunnen hier wel last van hebben. Dit komt, volgens Horwitz, Horwitz en Cope, omdat het hier een specifiek soort angst betreft.

Mensen die zich in een andere taal moeten uitdrukken, kunnen vaak niet helemaal zichzelf zijn. Doordat ze nog niet alle terminologie beheersen, kunnen zij zichzelf niet goed uitdrukken en komen hun natuurlijke eigenschappen niet goed naar voren.

Een taalleerder die heel extravert is en altijd grapjes maakt, krijgt dat in een vreemde taal niet goed voor elkaar en lijkt ineens een introvert persoon. Een intelligente leerling die zich wat stuntelig moet uitdrukken, doordat hij de taal nog niet goed beheerst, komt veel minder intelligent over. En een hartelijk en warm persoon komt door de taalbarrière misschien wat stuurs over. Met andere woorden; de taalleerder kan zichzelf niet zijn en voelt zich daardoor vaak geremd om zich in de nieuwe taal te uiten. Hij blokkeert.

‘Als het niet kan zoals ik het wil zeggen, dan maar helemaal niet.’

Nu je weet dat negatieve emoties zo’n remmende invloed hebben op het leren, is het zinvol je af te vragen wat je als docent kunt doen om negatieve emoties van leerlingen te verminderen.


Stress bij je leerlingen verminderen


Het eerste wat je als docent kunt doen, is het creëren van een veilige en stimulerende leeromgeving en ervoor zorgen dat jouw leerlingen alles wat jij zegt in de vreemde taal, voor 100% kunnen begrijpen. Wanneer de sfeer ontspannen is en de stof begrijpelijk kunnen de leerlingen hun aandacht focussen op de inhoud van de les.

Ook is het voor leerlingen vaak prettig om een doel te hebben om naar toe te werken, waarbij ze erop kunnen vertrouwen dat ze over de kennis en gereedschappen beschikken om dat doel te bereiken. Een laagdrempelig doel kan enorm stimuleren. Kijk wat ik heb behaald! Richt je op de sterke kanten van leerlingen, zodat ze meer zelfvertrouwen krijgen. Op deze manier zet je emotie juist positief in.

En je eigen houding is ook cruciaal…

  • Maak een ontspannen indruk; als jij gestrest bent, dan slaat een leerling al snel op alarm!

  • Enthousiasme werkt aanstekelijk. Vertel met passie over je vak.

  • Breng af en toe iets mee naar school; maak de les wat dynamischer. Dynamischer = leuker = minder stress.

Succes!


210 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page